Tweedegraadsvergelijkingen zijn van de vorm
\[ax^2+bx+c=0\]Je bepaalt de oplossingen met behulp van de discriminant
\[D = b^2 - 4ac\]Bij een negatieve discriminant zijn er geen oplossingen. Bij een positieve discriminant zijn er 2 oplossingen:
\[x_{12} = {{-b \pm \sqrt{D}}\over{2a}}\]Bij een discriminant gelijk aan 0 is er 1 oplossing:
\[x = {{-b}\over{2a}}\]Schrijf een programma dat de oplossingen van een tweedegraadsvergelijking berekent. De inputs zijn de 3 coëfficiënten a, b en c (Met a \(\neq\) 0).
Rond je oplossingen steeds af op 2 cijfers na de komma.
Invoer:
1
4
-5
Uitvoer:
Er zijn 2 reële oplossingen: -5.0 en 1.0
Invoer:
1
-12
36
Uitvoer:
Er is 1 reële oplossing: 6.0
Invoer:
4
2
7
Uitvoer:
Er zijn geen reële oplossingen
Een vierkantswortel bereken je met de volgende code:
import math #deze lijn komt helemaal bovenaan in je code
a = 4
wortel_a = math.sqrt(a) #uitkomst 2
Maak eerst op papier een schema van je code. Welke gevallen wil je nagaan? Vermijd bijvoorbeeld dat je code de wortel van een negatieve discriminant moet berekenen.