Overal ter wereld hebben start- en landingsbanen op vliegvelden een nummer van 01 tot 36, afhankelijk van hun oriëntatie ten opzichte van het kompas: landingsbaan 09 loopt naar het oosten (90°), landingsbaan 18 naar het zuiden (180°), landingsbaan 27 naar het westen (270°) en landingsbaan 36 naar het noorden (360°). Omdat start- en landingsbanen in twee tegenovergestelde richtingen kunnen gebruikt worden — die 180° verschillen ten opzichte van elkaar — krijgen ze twee nummers waarvan het verschil altijd 18 is. Dat verklaart waarom baan 02 ook baan 20 is maar dan in de tegenovergestelde richting en waarom baan 07 ook baan 25 is.

Brussels Airport
In de nacht van 18 op 19 september 2013 werd start- en landingsbaan 02/20 op Brussels Airport herdoopt in 01/19.

Een kompas richt zich altijd naar het magnetische noorden, maar de locatie daarvan is niet helemaal stabiel. Het magnetische noorden van onze planeet verschuift elk jaar een beetje, waardoor 11 graden op een bepaald moment 10 graden worden en een paar jaar later 9 graden. Zo komt het dat luchthavens na verloop van tijd een startbaan hebben waarvan het nummer niet langer klopt met de realiteit van het kompas. Hoewel de jaarlijkse verschuiving niet zo groot is, had Brussels Airport in 2013 het punt bereikt dat baan 02/20 omgedoopt moest worden tot baan 01/19. Deze naamswijziging werd officieel in de nacht van 18 op 19 september 2013. Hoewel het niet de eerste keer was dat zoiets op een grote luchthaven gebeurt, is dit toch eerder zeldzaam en weinig gedocumenteerd. De twee overige — parallelle — start- en landingsbanen op Brussels Airport kregen in de vroege jaren 1970 als nieuwe naam 07/25. Tot dan werden ze aangeduid als baan 08/26. Het ziet er echter nu al naar uit dat dit over een paar jaar opnieuw zal moeten gewijzigd worden naar 06/24.

Opgave

Elke start- en landingsbaan op een luchthaven wordt aangeduid met een natuurlijk getal tussen 01 en 36 (grenzen inbegrepen) dat gelijk is aan één tiende van de hoek tussen de richting van de baan en het magnetische noorden. Hierbij wordt afronding gebruikt naar het dichtbijzijnde natuurlijk getal. Dat betekent bijvoorbeeld dat alle banen waarvoor de hoek in het interval [215°, 225°[ ligt, aangeduid worden met het getal 22. Een baan wordt ook nooit aangeduid met het getal 00, omdat voorkeur gegeven wordt aan het getal 36.

landingsbaan 22
Landingsbaan met nummer 22.

Afhankelijk van de windrichting wordt een start- en landingsbaan in één van beide richtingen aangevlogen. Daardoor wordt een baan niet aangeduid met één enkel getal, maar met twee getallen. De baan met aanduiding 33 in één richting is immers gelijk aan de baan met aanduiding 15 als ze in de andere richting aangevlogen wordt. Het verschil tussen beide getallen is altijd gelijk aan 18 (wat correspondeert met 180°). De aanduiding van een landingsbaan bestaat dus uit twee getallen gescheiden door een slash: dd/dd. Elk getal wordt hierbij genoteerd met twee cijfers (getallen kleiner dan tien worden genoteerd met een voorloopnul). Het eerste getal is ook telkens kleiner dan het tweede getal.

Invoer

Een getal $$\alpha \in \mathbb{R}$$ ($$0 \leq \alpha < 360$$) dat de hoek (in graden) voorstelt tussen één van de aanvliegrichtingen van een landingsbaan en de richting die wijst naar het magnetische noorden.

Uitvoer

De aanduiding van de landingsbaan in het formaat dd/dd.

Voorbeeld

Invoer:

224.57

Uitvoer:

04/22

Epiloog

Moeten we verrast zijn dat het vliegtuig op standplaats 4041 onvindbaar was?

404
Moeten we verrast zijn dat het vliegtuig op standplaats 404 onvindbaar was?