MatchAnalysis Deel 2 — Pass

In deze oefening ga je een klasse Pass maken die later gebruikt wordt in een grafenstructuur voor het analyseren van pasgedrag in een sportteam.

Wat je moet doen (2,5 punten)

Maak een Python-klasse Pass met de volgende eigenschappen:

1. Instantievariabelen (0,5 punten)

• sender — het Player-object dat de pass geeft.
• receiver — het Player-object dat de pass ontvangt.
• nr_of_times (int) — aantal keren dat deze pass in de wedstrijd plaatsvond.

2. Constructor (0,5 punten)

• Ontvangt sender, receiver, en nr_of_times als parameters en slaat deze op in de instantievariabelen.

3. Methodes (1,5 punten)

• De methode get_weight retourneert het aantal keren dat deze pass werd gegeven (nr_of_times).

• De methode get_start retourneert de sender.

• De methode get_end retourneert de receiver.

• De methode __eq__
  • Retourneert True als:
    • other ook een Pass is, en
    • sender en receiver bij beide passes gelijk zijn.
  • nr_of_times speelt hierbij geen rol.
• De methode __str__ retourneert een string in het formaat:

     Pass from <sender> to <receiver>
  

  Bijvoorbeeld:

  • Pass from Eden Hazard to Moussa Dembele
  • Pass from Jan Vertonghen to Romelu Lukaku
  • Pass from Divock Origi to Nacer Chadli

---

Testen (0.5 punten)

Maak het volgende testscenario

• aanmaken 3 Player objecten
• aanmaken 3 Pass objecten
• print één Pass object naar de console
• testen eq methode
• testen get_weight methode