Schrijf een programma dat:
dat de gebruiker begroet door “Hallo, voornaam!” op het scherm te tonen. Gebruik een variabele om eerst de string aan te maken.
Tip
Gebruik het plusteken (+) als operator om strings samen te voegen.
Gegeven
Een stringwaarde die de voornaam Harry bevat.
Uitvoer
Een nieuw samengestelde stringwaarde, namelijk:
Hallo, Harry!