De stelling van Pythagoras is een wiskundige stelling die haar naam dankt aan de Griekse wiskundige Pythagoras. 'Zijn' stelling was overigens alleen maar nieuw voor de Grieken. In Soemer was het resultaat al veel langer bekend en ook in Babylonië en het oude Egypte werd ze al eerder toegepast (met name de verhouding $$a=3; b=4; c=5$$ werd al vroeg gebruikt om rechte hoeken uit te meten, zoals dat tot op de dag van vandaag door sommigen nog wordt gedaan). Naast kennis van de stelling om haar toe te kunnen passen, is ook het leveren van een bewijs belangrijk. Wat dat betreft waren de Grieken (Pythagoras of een van zijn leerlingen) wel de eersten. Zij wisten niet alleen dat de stelling waar was, maar konden ook in algemene termen (abstracties) aantonen waarom zij waar was.

Stelling

In een rechthoekige driehoek is de som van de kwadraten van de lengtes van de rechthoekszijden gelijk aan het kwadraat van de lengte van de schuine zijde.

Noemt men de lengten van rechthoekszijden (de zijden die aan de hoek van 90° liggen) a en b, en de lengte van de schuine zijde (de zijde die niet aan de rechte hoek grenst, ook wel "hypotenusa" genoemd) c, dan wordt de bekende wiskundige vorm van de stelling als volgt geschreven:

\[a^{2}+b^{2}=c^{2}\]

Opgave

De invoer van het programma bestaat uit twee getallen $$a, b \in \mathbb{R}_{0}^{+}$$. Het programma berekent de lengte van de schuine zijde $$c$$. Indien a, b of c meer dan 2 cijfers na de komma heeft, rond je steeds af tot twee cijfers na de komma.

Voorbeeld

Invoer:
92.06826
16.1
Uitvoer:
In een rechthoekige driehoek met rechthoekszijden a = 92.07 en b = 16.10 is de schuine zijde 93.47

Voorbeeld

Invoer:
3.0
78.0
Uitvoer:
In een rechthoekige driehoek met rechthoekszijden a = 3.0 en b = 78.0 is de schuine zijde 78.06

Bronnen

Wikipedia (2018). Stelling van Pythagoras . 1