Gegeven

• We schrijven het algoritme om het kaartspel ‘21’ te spelen.
• Het programma geeft een gebruiker twee willekeurige getallen tussen 1 en 10 (1 en 10 inbegrepen).
• De som van die twee getallen wordt afgedrukt.

Gevraagd

• Het programma vraagt nu telkens of de gebruiker nog kaarten wil;
• Dit doet het programma totdat de gebruiker geen kaarten meer wil of totdat de som groter wordt dan 21;

Als de som:

• Gelijk is aan 19, ontvangt de gebruiker 2 euro;
• Gelijk is aan 20, ontvangt de gebruiker 5 euro;
• Gelijk is aan 21, ontvangt de gebruiker 10 euro;
• Groter is dan 21, verliest de gebruiker!

Invoer

De gebruiker geeft steeds aan of hij/zij/hun nog een kaart wilt. Dit door middel van een van de volgende strings: ‘ja’, ‘nee’. Bijvoorbeeld:

 De som bedraagt: ...
 Wil jij nog een kaart? 
 

## Uitvoer Het programma drukt na elke beurt de nieuwe kaart en de huidige som af. Wanneer het spel eindigt wordt de winst of verlies afgedrukt. Bijvoorbeeld:

 De som bedraagt: ... 

Tips

• Gebruik de input()-functie om de gebruiker om een actie te vragen.
• Gebruik een while-lus om het spel te blijven spelen zolang de gebruiker kaarten wil en de som niet groter is dan 21.
• Gebruik de random.randint()-functie om een willekeurige kaart te genereren tussen 1 en 10.
• Houd de som bij in een variabele die je elke keer verhoogt met de waarde van de nieuwe kaart.
• Print de som en de winst of verlies met behulp van de print()-functie;
• Gebruik if, elifen else-statements om te beslissen hoeveel de gebruiker wint.