Wanneer we een dunne draad vrij laten hangen tussen twee palen, dan hangt deze draad in de vorm van een kettinglijn met vergelijking
h(x)a=cosh(xa)
Hierbij vormt het punt x=0 het midden van de twee palen, en stelt h(x) de hoogte van de draad als functie van x voor.

We willen dat het verschil in hoogte van de draad (m.a.w. verschil tussen hoogste punt van de draad en het laagste punt van de draad) hoogstens D bedraagt. Hoever moeten de palen minstens uiteen staan ?

Invoer

De hanghoogte van de draad op x=0, namelijk de constante a, en de maximale waarde voor D, beiden reëel.

Uitvoer

De minimale afstand tussen de palen (reëel).

Voorbeeld

Invoer:

2.0
0.5

Uitvoer:

 2.772588722239781