Een taxibedrijf wil een programma dat de prijs van een rit berekent. De prijs hangt af van drie invoerwaarden: de afstand (in kilometer), het tijdstip van de rit (dag of nacht) en een mogelijke kortingsbon.

Berekeningsregels

1. Het basistarief is 2.60 euro per kilometer.
2. Tijdens de nacht (vertrek tussen 22:00 en 06:00) wordt een toeslag van 25% toegepast op het totale bedrag.
3. Een kortingsbon geeft 2 euro korting, maar als het bedrag lager dan 5 euro is, kan de kortingsbon niet gebruikt worden, en het bedrag kan via een kortingsbon niet onder de 5 euro dalen.
4. Als de afstand onbekend is, dan kan de prijs niet berekend worden en is de uitvoer "Het bedrag wordt na de rit vastesteld.".
5. Het eindbedrag wordt wiskundig afgerond naar hele euro’s — een decimaal deel van 0.5 wordt altijd naar boven afgerond.

Invoer

De invoer bestaat uit drie regels:

• afstand in kilometer (een geheel getal ≥ 1) of de tekst onbekend
• tijdstip: dag of nacht
• kortingsbon: 0 (geen) of 1 (heeft bon)

Je mag ervan uitgaan dat de input altijd de juiste vorm heeft.

Uitvoer

• Als de afstand "onbekend" is: print exact Het bedrag wordt na de rit vastgesteld.
• Anders: print één geheel getal (prijs in euro’s) volgens de regels hierboven

Voorbeeld 1

Invoer:

5
dag
1

Uitvoer:

11

Voorbeeld 2

Invoer:

3
nacht
0

Uitvoer:

10

Voorbeeld 3

Invoer:

2
dag
1

Uitvoer:

5