In Python kan je niet alleen ingebouwde functies in je programma gebruiken. Andere functies die je in Python kan gebruiken, worden meestal gebundeld in een module.
Module
Een module is een Python-bestand dat onder andere functies en variabelen bevat die je kunt gebruiken in programma’s. De functies en variabelen in een module hebben een zekere samenhang.
In dit leerpad gebruik je de module math. Deze module bevat functies om bijvoorbeeld de vierkantswortel van getallen
of de sinus van een hoek te berekenen.
Wanneer je een functie van een module wil gebruiken, zal je dat in het begin van je programma moeten aangeven met de
sleutelwoorden import en from. Wil je de functies sqrt() en pow() gebruiken, dan ga je als volgt te werk:
from math import sin, cos
alpha = float(input("hoek: "))
res = pow(sin(alpha), 2) + pow(cos(alpha), 2)
print(res)
Je kan ook de volledige module importeren maar dan moet je de naam van de module steeds vermelden in je code. Een voorbeeld:
import math
b = float(input("rechthoekzijde: "))
c = float(input("rechthoekzijde: "))
a = math.sqrt(pow(b, 2) + pow(c, 2))
print(f"schuine zijde {a:.5f}")
Zo betekent math.sqrt(5):
math: gebruik de module math….: en pas…sqrt(): de functie sqrt() toe …5: op het argument 5.De punt-notatie komt in het programmeren heel vaak voor.
mathIn de volgende tabel leer je een aantal veelgebruikte functies uit de module math van Python kennen.
| Functie | Retourwaarde | Voorbeeld |
|---|---|---|
sqrt() |
De vierkantswortel van een getal | math.sqrt(4) → 2.0 |
ceil() |
Het kleinste geheel getal groter dan of gelijk aan een gegeven getal | math.ceil(5.23) → 6 |
floor() |
Het grootste geheel getal kleiner dan of gelijk aan een gegeven getal | math.floor(5.23) → 5 |
exp() |
\(e\) tot een gegeven macht | math.exp(1) → 2.718281828459045 |
log() |
Het logaritme van een gegeven getal in een gegeven basis (*) | math.log(64, 4) → 3.0 |
sin() |
De sinus van een gegeven hoek in radialen | math.sin(pi/2) → 1.0 |
cos() |
De cosinus van een gegeven hoek in radialen | math.cos(0) → 1.0 |
tan() |
De tangens van een gegeven hoek in radialen | math.tan(0) → 0.0 |
radians() |
Converteert een gegeven hoek van graden naar radialen | math.radians(90) → 1.5707963267948966 |
degrees() |
Converteert een gegeven hoek van radialen naar graden | math.degrees(3.14) → 179.9087476710785 |
(*) log10(), log2() en het natuurlijk logaritme log() bestaan ook.
mathConstante
Een constante is een variabele waarvan je de waarde niet kan veranderen tijdens de uitvoering van je programma.
In de volgende tabel leer je een aantal veelgebruikte contanten uit de module math van Python kennen.
| Constante | Waarde |
|---|---|
pi |
De wiskunde constante \(π = 3.141592...\) |
e |
De wiskunde constante \(e = 2.718281…\) |
Een voorbeeld:
from math import pi
r = float(input("straal: "))
omtrek = 2 * pi * r
print(f"{omtrek=}")