product
van deze twee getallen te berekenen."Goed zo!"
en krijgt de gebruiker een punt. Anders toont het programma de juiste oplossing.Het programma moet in totaal vijf van deze opgaven opstellen en aan het einde de totaalscore tonen.
Stel dat het programma de getallen 10
en 3
willekeurig aanmaakt.
Getal 1: 10
Getal 2: 3
De gebruiker tikt nu foutief 31
in als product. Er verschijnt:
Dat is niet correct. Het juiste antwoord is 30
De tweede keer maakt de computer willekeurig de getallen 2
en 7
aan.
Getal 1: 2
Getal 2: 7
De gebruiker tikt nu correct 14
in als product. Er verschijnt:
Goed zo!
En zo herhaalt zich dit totdat het programma op het einde weergeeft:
Je totaalscore is 2 op 5.
Tips
- Gebruik een lus om het programma 5 keer te laten herhalen.
- Hou de score bij in een variabele die je telkens met 1 verhoogt als het antwoord van de gebruiker juist is.