Voor een gegeven natuurlijk getal $$n$$, vind het kleinste natuurlijk getal dat deelbaar is door $$n$$ en waarvan de som van de cijfers gelijk is aan $$n$$.
De invoer bestaan uit $$t$$ testgevallen ($$t \leq 50$$). De eerste regel van de invoer bevat een natuurlijk getal $$t$$. Daarna volgen $$t$$ regels die de verschillende testgevallen omschrijven. Elk geval wordt omschreven door een natuurlijke getal $$n$$ ($$0 < n \leq 100$$).
Schrijf voor elk testgeval het gevraagde natuurlijk getal uit op een afzonderlijke regel, zonder voorloopnullen.
Invoer:
2
1
10
Uitvoer:
1
190