Schrijf een programma dat de gebruiker eerst vraagt hoeveel getallen deze zal ingeven en deze bij het inlezen in een list stopt. Op de list voert het programma de fruitful functie midden() uit.
De fruitful functie midden() heeft een list als argument, en geeft een nieuwe list terug die alle elementen uit de originele list bevat behalve het eerste en laatste element.
Bijvoorbeeld:
>>> t = [1, 2, 3, 4] >>> midden(t) [2, 3]
Het programma vraag aan de gebruiker eerst hoeveel getallen er zullen ingelezen worden. Het aantal getallen en de getallen zelf worden elk op een aparte lijn ingelezen. Vervolgens leest het programma de getallen in, plaatst deze in een list en laat daar dan de functie midden() op los. De beide lijsten worden als output op het scherm geplaatst. Eerst de originele lijst en dan de lijst met cumulatieve sommen.
4 1 2 3 4
[1, 2, 3, 4] [2, 3]