Een enkel-nucleotide polymorfisme (engels: single nucleotide polymorphism; afgekorting: SNP; uitspraak: snip) is een variatie in het DNA — een polymorfisme — die zich manifesteert wanneer één enkele nucleotide (A, C, G of T) in het genoom verschilt tussen individuen van dezelfde biologische soort. De twee DNA fragmenten AAGCCTA en AAGCTTA van verschillende individuen hebben bijvoorbeeld een andere nucleotide op de vijfde positie. We zeggen in dit geval dat er twee verschillende allelen zijn.

SNP
De eerste DNA molecule verschilt van de tweede DNA molecule op één enkele basepaarpositie (een C/T polymorfisme).

Deze genetische variaties zorgen ervoor dat verschillende individuen meer of minder vatbaar zijn voor bepaalde ziekten. De ernst van de ziekte en de manier waarop ons lichaam reageert op behandelingen worden ook bepaald door genetische varianties. Zo wordt de mutatie van één enkele nucleotide in het Apolipoprotein E1 gen bijvoorbeeld geassocieerd met een verhoogd risico op de ziekte van Alzheimer.

Opgave

In deze opgave worden DNA sequenties voorgesteld als strings die enkel bestaan uit de hoofdletters A, C, G en T, die de verschillende nucleotiden voorstellen. Gevraagd wordt:

Voorbeeld

>>> SNP('AAGCCTA', 'AAGCTTA')
(4, 'C', 'T')
>>> SNP('AAGCCTAA', 'AAGCTTA')
>>> SNP('AAGCTTA', 'AAGCTTA')
>>> SNP('AAGCCCA', 'AAGCTTA')

>>> SNPs('AGCTGATAAGCCTAAGCGCT', 'AAGCTTA')
[11]
>>> SNPs('ATCGTAAGCCTAAGGCTACGCTTAGAGATA', 'AAGCTTA')
[9, 18]
>>> SNPs('AAGCCTAAGCCTA', 'AAGCTTA')
[4, 10]