Een kwadratische vergelijking is een vergelijking van de vorm
\[ax^2 + bx + c = 0\,,\]waarin \(a, b, c \in \mathbb{R}\) en \(a \neq 0\).
De grootheid
\[\Delta = b^2 - 4ac\]wordt de discriminant van de kwadratische vergelijking genoemd. Het teken van \(\Delta\) bepaalt het aantal reële oplossingen:
als \(\Delta > 0\) dan zijn er twee verschillende reële oplossingen \(x_1 \neq x_2\)
als \(\Delta = 0\) dan zijn er twee gelijke reële oplossingen \(x_1 = x_2\)
als \(\Delta < 0\) dan zijn er geen reële oplossingen voor de vergelijking
De reële oplossingen kunnen bepaald worden met de zogenaamde wortelformule:
\[x_{1} = \frac{-b - \sqrt{\Delta}}{2a}\ \ \ \text{en}\ \ \ x_{2} = \frac{-b + \sqrt{\Delta}}{2a}\]Schrijf een functie discriminant
waaraan de drie parameters \(a\), \(b\) en \(c\) (int
of float
) van een kwadratische vergelijking moeten doorgegeven worden. De functie moet de discriminant \(\Delta\) (float
) van de kwadratische vergelijking teruggeven.
Schrijf een functie oplossingen
waaraan de drie parameters \(a\), \(b\) en \(c\) (int
of float
) van een kwadratische vergelijking moeten doorgegeven worden. De functie moet drie waarden teruggeven: i) het aantal verschillende reële oplossingen (int
) van de vierkantsvergelijking, ii) de oplossing \(x_1\) (float
) van de vierkantsvergelijking en iii) de oplossing \(x_2\) (float
) van de vierkantsvergelijking. Als de kwadratische vergelijking geen reële oplossingen heeft, dan moet de waarde \(0\) teruggegeven worden voor \(x_1\) en \(x_2\).
>>> discriminant(1, 0, -1)
4.0
>>> discriminant(1, 4, -5)
36.0
>>> oplossingen(1, 0, -1)
(2, -1.0, 1.0)
>>> oplossingen(1, 4, -5)
(2, -5.0, 1.0)