de functie print wordt gebruikt om iets te tonen op het scherm van de gebruiker. In een script wordt typisch op het einde het resultaat getoond. Deze stap noemen we ook wel uitvoer of output.
probeer volgende code eens te testen in zowel python als pycharm: print("hallo wereld"). Merk op dat je tekst (string) wilt tonen en je expliciet moet aangeven dat iets tekst is door de aanhalingstekens. Wanneer je geen tekst geeft maar bijvoorbeeld een integer, dan zal python zelf eerst proberen omzetten naar tekst. Echter lukt het niet om woorden om te zetten naar tekst. Test bijvoorbeeld print(hallo). Dit geeft een NameError aangezien python denkt dat hallo een variabele is en niet tekst.
Je kan ook verschillende objecten tegelijk printen. Test zelf:
print("Hello", "how are you?")print(3, "gebouwen")print(1, "twee", 3, 4.0, "vijf")Merk op dat er tussen alle objecten een spatie komt. Dit kan je zelf aanpassen door de separator (sep) aan te passen.
Test zelf:
print("Hello", "how are you?", sep = "---")print(3, "gebouwen", sep = "~~~~~~")print(1, "twee", 3, 4.0, "vijf", sep = " Dit is mijn separator ")Wanneer de separator niet zelf expliciet gespecifieerd is door ons is deze dus een spatie. De spatie is dan de default waarde.
Veralgemeend zeggen we dat de print functie volgende syntax volgt: print(object(s), sep=separator).
Meer informatie vind je in hoofdstuk 3.1 Resultaten tonen in het boek.