Een “dictionary” (letterlijk: “woordenboek,” maar die vergelijking loopt spaak in Python) is een ongeordende data structuur die een verzameling elementen bevat. Om een element te vinden, moet je de “key” (“sleutel”) van het element kennen.

In de grond is een dictionary een verzameling van “keys” met geassocieerde waardes. Ieder onveranderbaar data type mag gebruikt worden als key. Een veelgebruikt data type dat als key wordt ingezet is de string.

Dictionaries creëer middels accolades {}, vergelijkbaar met hoe je lists creëert met vierkante haken. Een lege dictionary maak je door een assignment aan een variabele te doen met {}. Je kunt een dictionary met inhoud creëren door ieder element dat je erin wilt hebben tussen de accolades te zetten, met als syntax <key>:<value>, en komma’s tussen de elementen.

Hieronder bouw ik een dictionary fruitmand, met drie elementen, namelijk de key "appel" met waarde 3, de key "banaan" met waarde 5, en de key "kers" met waarde 50.

fruitmand = { "appel":3, "banaan":5, "kers":50 }

Om een waarde te vinden die hoort bij een specifieke sleutel, gebruik je dezelfde syntax als voor een list, behalve dat waar je bij een list de index schrijft, je bij een dictionary de gezochte key schrijft.

fruitmand = { "appel":3, "banaan":5, "kers":50 }
print( fruitmand["banaan"] )

Je kunt via een for loop een dictionary doorlopen. De variabele in de for loop krijgt de waardes van de keys.

fruitmand = { "appel":3, "banaan":5, "kers":50 }
for key in fruitmand:
    print( "{}:{}".format( key, fruitmand[key] ))

Als je een dictionary element probeert te benaderen met een key die niet voorkomt in de dictionary, krijg je een runtime error. Maar als je een nieuw element wilt toevoegen, kun je dat eenvoudigweg doen door een waarde toe te kennen aan een dictionary element met de nieuwe key. Bijvoorbeeld, om een "mango" toe te voegen aan de fruitmand, doe je het volgende:

fruitmand = { "appel":3, "banaan":5, "kers":50 }
print( fruitmand )
fruitmand["mango"] = 1
print( fruitmand )

Op dezelfde wijze kun je een bestaand dictionary element overschrijven.

Om een element te verwijderen uit een dictionary, gebruik je het gereserveerde woord del, net zoals je het gebruikt met lists.

fruitmand = { "appel":3, "banaan":5, "kers":50 }
print( fruitmand )
del fruitmand["banaan"]
print( fruitmand )

Je kunt het aantal elementen in de dictionary bepalen met de len() functie.

Snap je overigens in welke volgorde de dictionary de elementen aanbiedt als je de inhoud van de dictionary print? Denk er even over na.

Het antwoord is: de volgorde is willekeurig. Ik zei dat bij het begin van het hoofdstuk: dictionaries zijn ongeordend. Ik kan je niet eens zeggen wat voor volgorde je op je scherm ziet als een de code hierboven uitvoert, want de volgorde kan verschillen tussen computers, besturingssystemen, en versies van Python. Er is een zekere structuur in de ordening, maar niet een die je zou kunnen (of willen) voorspellen. Door voldoende nieuwe elementen toe te voegen, kan de volgorde zelfs plotseling drastisch wijzigen.

Omdat dictionaries ongeordend zijn, zijn vele concepten die gelden voor lists, niet van toepassing op dictionaries. Bijvoorbeeld, je kunt geen “subdictionary” maken door een key-bereik te definiëren, je kunt kunt een dictionary niet “sorteren” of “inverteren.” Dictionaries zijn daarom wat beperkt, maar ze kunnen nuttig zijn.