Merk op dat je in de vorige oefening, voor bepaalde waarden van \(a, b\), kan uitkomen dat \(a\cdot b = 0\) zonder dat een van beide nul is. Die getallen \(a\) en \(b\) zijn nuldelers in \(\mathbb{Z}_{n}\).

Schrijf een functie nuldelers(n: int) -> set die alle nuldelers bepaalt in \(\mathbb{Z}_{n}\).

optellingstabel

Voorbeelden:

>>> nuldelers(5)
set()
>>> nuldelers(8)
{2, 4, 6}
>>> nuldelers(16)
{2, 4, 6, 8, 10, 12, 14}

Voer de functie uit voor verschillende waarden van \(n\); misschien heb je al een vermoeden voor welke waarden van \(n\) er geen nuldelers zijn in \(\mathbb{Z}_{n}\).