De buitenrand van een matrix bevat alle elementen van de eerste en laatste rij en de eerste en laatste kolom.
Voor onderstaande matrix is de som van alle elementen op de buitenranden gelijk aan 40.
\[\begin{pmatrix} \sf 1 & \sf 2 & \sf 3\\ \sf 4 & \sf 5 & \sf 6\\ \sf 7 & \sf 8 & \sf 9 \end{pmatrix}\]want de rand bestaat uit: 1, 2, 3, 6, 9, 8, 7, 4.
Schrijf een functie randsom(matrix)
die gegeven een matrix de som van alle elementen op de buitenste rand gaat bepalen.
Bestudeer grondig onderstaande voorbeelden.
>>> randsom([[1, 2, 3],
[4, 5, 6],
[7, 8, 9]])
40
>>> randsom([[1, 2],
[3, 4]])
10
>>> randsom([[ 1, 2, 3, 0],
[ 3, -5, -2, 1],
[-2, 3, 0, 6]])
17