Schrijf een programma dat een matrix laat invoeren door de gebruiker. Het programma transponeert de matrix en print het resultaat.
Belangrijk: je zal eerst een nulmatrix van de juiste dimensies moeten maken om het resultaat in op te slaan. Dit doe je met de volgende code:
getransponeerdematrix = [ [0] * n for _ in range(m)] #hierbij is n het aantal kolommen en m het aantal rijen
Invoer:
2
2
1 2
3 4
Uitvoer:
[1, 3]
[2, 4]
Invoer:
2
3
0 1 2
0 4 3
Uitvoer:
[0, 0]
[1, 4]
[2, 3]