Schrijf in een nieuw project een hoofdprogramma dat de gebruiker vraagt om een voornaam, familienaam en aanspreektitel. De begroeting is dan als volgt opgebouwd: aanspreektitel, eerste letter van de voornaam gevolgd door een punt en tot slot de familienaam in hoofdletters.

Je test dit uit aan de hand van het volgende 'gesprek' met de gebruiker van je programma. (Omdat we geen interactief voorbeeld kunnen geven, hebben we de invoer van de gebruiker in het vet weergegeven.)

Geef voornaam in: Lionel Andres
Geef familienaam in: Messi Cuccittini
Geef aanspreektitel in: dhr
Welkom dhr L. MESSI CUCCITTINI!