Methode starttest wordt slechts deels getest !!!

Maak een Java-klasse WoordenTrainer. Deze klasse implementeert een programma dat kan gebruikt worden voor het inoefenen van een vocabularium. De WoordenTrainer klasse maakt gebruik van de Woord Interface en zorgt er dus zo voor dat de WoordenTrainer kan gebruikt worden met alle klassen die de Woord interface implementeren (zoals bijvoorbeeld LatijnsWoord). De interface Woord kan je hier1 downloaden, het is de bedoeling dat je deze lokaal in dezelfde map plaatst als de WoordenTrainer klasse, maar je hoeft deze niet in te dienen.

Instantievariabelen

De WoordenTrainer-klasse bevat de volgende instantievariabelen:

Constructor

De constructor heeft als parameter een int. Deze bepaalt het max aantal woorden dat men kan toevoegen. De body van de constructor gebruikt deze int vooor het initaliseren van de woorden instantievariabele.

Methodes

De WoordenTrainer-klasse bevat de volgende methoden:

Voorbeeld 1: LatijnsWoord “ubi” - fout antwoord

Vertaling van ubi:
als
Fout antwoord: ubi==>[zodra, wanneer, toen]

Voorbeeld 2: LatijnsWoord “ubi” - juist antwoord

Vertaling van ubi:
zodra
Juist antwoord: ubi==>[zodra, wanneer, toen]

Voorbeeld 3: LatijnsWoordSubstantief “pars” - fout antwoord

Vertaling van pars:
helft
Gen. enk.?
partis
Fout antwoord: pars==>[deel]
Gen. enk. : partis

Voorbeeld 4: LatijnsWoordSubstantief “pars” - fout antwoord

Vertaling van pars:
deel
Gen. enk.?
parsi
Fout antwoord: pars==>[deel]
Gen. enk. : partis

Voorbeeld 5: LatijnsWoordSubstantief “pars” - juist antwoord

Vertaling van pars:
deel
Gen. enk.?
partis
Juist antwoord: pars==>[deel]
Gen. enk. : partis

Na het beantwoorden van x aantal vragen zal deze methode het resultaat weergeven in de console als volgt:

Aantal juist: 1
Aantal fout: 4
Score: 1 op 5

Opmerkingen en tips

String[] vertaling0 = {"zijn"};
woordentrainer.addWoord(new LatijnsWoord("esse", vertaling0));
String[] vertaling1 = {"hij is", "zij is", "het is", "er is"};
woordentrainer.addWoord(new LatijnsWoord("est", vertaling1));
String[] vertaling2 = {"niet"};
woordentrainer.addWoord(new LatijnsWoord("non", vertaling2));
String[] vertaling3 = {"tong", "taal"};
woordentrainer.addWoord(new LatijnsWoord("lingua", vertaling3));
String[] vertaling4 = {"schaduw"};
woordentrainer.addWoord(new LatijnsWoord("umbra", vertaling4));
String[] vertaling5 = {"zijn", "haar", "hun"};
woordentrainer.addWoord(new LatijnsWoord("suus", vertaling5));
String[] vertaling6 = {"geheel", "al", "ieder", "elk"};
woordentrainer.addWoord(new LatijnsWoord("omnis,is,e", vertaling6));
String[] vertaling7 = {"woord"};
woordentrainer.addWoord(new LatijnsWoord("verbum", vertaling7));
String[] vertaling8 = {"vliegen", "wegvliegen"};
woordentrainer.addWoord(new LatijnsWoord("volare", vertaling8));
String[] vertaling9 = {"schrijven"};
woordentrainer.addWoord(new LatijnsWoord("scribere", vertaling9));
String[] vertaling10 = {"blijven", "wachten"};
woordentrainer.addWoord(new LatijnsWoord("manere", vertaling10));
String[] vertaling11 = {"tussen", "tijdens"};
woordentrainer.addWoord(new LatijnsWoord("inter", vertaling11));
String[] vertaling12 = {"wet"};
woordentrainer.addWoord(new LatijnsWoordSubstantief("lex", vertaling12, "legis"));
String[] vertaling13 = {"moeder"};
woordentrainer.addWoord(new LatijnsWoordSubstantief("mater", vertaling13, "matris"));
String[] vertaling14 = {"studie", "interesse", "enthousiasme"};
woordentrainer.addWoord(new LatijnsWoordSubstantief("studium", vertaling14, "studii"));
String[] vertaling15 = {"hard", "streng"};
woordentrainer.addWoord(new LatijnsWoord("durus", vertaling15));
String[] vertaling16 = {"maar"};
woordentrainer.addWoord(new LatijnsWoord("sed", vertaling16));
String[] vertaling17 = {"bloem"};
woordentrainer.addWoord(new LatijnsWoordSubstantief("flos", vertaling17, "floris"));
String[] vertaling18 = {"één"};
woordentrainer.addWoord(new LatijnsWoord("unus", vertaling18));
String[] vertaling19 = {"maken"};
woordentrainer.addWoord(new LatijnsWoord("facere", vertaling19));