Standaard is het in een oven even warm als in de keuken. We nemen een kamertemperatuur van 20 graden. We willen de oven nu verwarmen tot een aantal graden, bijvoorbeeld 200. Dit geheel getal lees je in. Schrijf vervolgens een programma waarin je de temperatuur van de oven telkens verhoogt met 10 graden. Print deze temperatuur ook telkens uit met de zin "De temperatuur van de oven is nu ... graden en stijgende.". Je stopt de lus zodra de oven 200 graden bereikt heeft, waarna je uitprint: "De oven heeft een temperatuur van 200 graden bereikt."

Voorbeeld

Invoer:

100

Uitvoer:

De temperatuur van de oven is nu 20 graden en stijgende.
De temperatuur van de oven is nu 30 graden en stijgende.
De temperatuur van de oven is nu 40 graden en stijgende.
De temperatuur van de oven is nu 50 graden en stijgende.
De temperatuur van de oven is nu 60 graden en stijgende.
De temperatuur van de oven is nu 70 graden en stijgende.
De temperatuur van de oven is nu 80 graden en stijgende.
De temperatuur van de oven is nu 90 graden en stijgende.
De oven heeft een temperatuur van 100 graden bereikt.