Oefeningen H01.1: Beginner

Ga naar je eigen python op je computer. Door in de zoekbalk van je computer python te typen en dan door te klikken.

Normaal gezien krijg je nu een zwart scherm met >>> waar naast je kan typen. Dit scherm/app noemen we een console (ook wel python shell). Wanneer je iets typt naast >>> en enter drukt krijg je direct het resultaat te zien. (Merk op dat in andere gevallen (b.v. dodona / pycharm) je de functie print moet gebruiken om het resultaat te zien.)

Operatoren

Probeer proefondervindelijk te ontdekken wat volgende operatoren doen:

1. 5 + 3
2. 5 - 3
3. 5 / 3
4. 5 // 3
5. 5 * 3
6. 5 ** 3
7. 5 % 3

Voor meer informatie kan je gaan naar hoofdstuk 3.3.1 Eenvoudige berekeningen in het boek.

Datatype

Python maakt een verschil tussen natuurlijke getallen (integers) en rationele getallen (float). Dit zijn de eerste twee datatypen die je dient te kennen. Je kan datatypes in elkaar omzetten a.d.h.v. type casting.

Test proefondervindelijk wat er gebeurt:

1. float(5)
2. int(5)
3. float(5.2)
4. int(5.2)

Je kan steeds aan python vragen wat het datatype is van iets a.d.h.v. de type() functie. Probeer volgende:

1. type(5)
2. type(5.2)

Voor meer informatie kan je gaan naar hoofdstuk 3.3.4 type casting in het boek.

onderzoek wat het datatype is van volgende bewerkingen:

1. 5 + 3
2. 5 - 3
3. 5 / 3
4. 5 // 3
5. 5 * 3
6. 5 ** 3
7. 5 % 3
8. 5.2 + 3
9. 5.2 - 3
10. 5.2 / 3
11. 5.2 // 3
12. 5.2 * 3
13. 5.2 ** 3
14. 5.2 % 3

Het derde datatype is tekst (string). Om tekst te gebruiken in de console dien je expliciet het te zetten tussen aanhalingstekens. Test proefondervindelijk welke operatoren er werken voor strings:

1. “a” + 3
2. “a” - 3
3. “a” / 3
4. “a” // 3
5. “a” * 3
6. “a” ** 3
7. “a” % 3

Merk op dat meeste operatoren niet werken (geven een TypeError). Probeer hetzelfde maar vervang 3 met een string (e.g. “b”).

1. “a” + “b”
2. “a” - “b”
3. “a” / “b”
4. “a” // “b”
5. “a” * “b”
6. “a” ** “b”
7. “a” % “b”

Merk op dat meeste operatoren niet werken (geven een TypeError).

Complexe berekingen

Test volgende bewerkingen:

1. 5*2 -3+4/2
2. (5*2) - (3+4) /2

Merk op dat een computer en dus ook python letterlijk de volgorde der bewerkingen volgt. Het is dus belangrijk haakjes te zetten om tot de juiste berekening te komen.