👀 Voorbeeld - Cirkels

Het volgende stuk code vergelijkt de oppervlakte van twee cirkels.

# opp = pi * r * r
opp1 = 3.14 * 5 * 5
opp2 = 3.14 * 3 * 3

verschil = opp1 - opp2
print(verschil)

Zoals je ziet wordt voor het berekenen van de oppervlakte tweemaal dezelfde formule gebruikt. Je kan je voorstellen dat, wanneer we dit soort vergelijking willen maken voor 10 cirkels, er heel wat herhaling optreedt.

Er bestaat een efficiënte manier om een formule te hergebruiken, namelijk door er een functie van te maken. Het volgende stukje code toont hoe dat in z’n werk gaat.

import math

def cirkel(r):
    # Bereken de oppervlakte van een cirkel met straal r
    opp = math.pi * r * r
    return opp

# Bereken het verschil tussen de oppervlaktes van
# een cirkel met straal 5m en straal 3m
verschil = cirkel(5) - cirkel(3)
# Print het verschil
print(verschil)

We definiëren een functie cirkel(r) met daarin de formule voor de oppervlakte van een cirkel. De straal r wordt meegegeven als parameter van de functie. Voor het getal π (bij benadering 3,14) gebruiken we de math module, waarin dit getal opgeslagen is.

💻 Programmeeroefening - Absolute waarde

De math module heeft ook een functie math.fabs(x) die de absolute waarde van x berekent. Hoe kan je deze functie gebruiken om ervoor te zorgen dat het verschil altijd een positief getal is?

Pas in de editor hieronder de bovenstaande code aan.

❓ Vraag

Hoe kan je code hergebruiken die afhangt van parameters?