In deze oefening programmeren we de klasse Modulo om op een gemakkelijke manier modulo-rekening mogelijk te maken. Per object van de klasse stockeren we een waarde, maar ook een grondtal n, die bij het nemen van de modulo gebruikt wordt. Programmeer het onderstaande:

Voorbeeld

m5 = Modulo(5)
print('%s + %s = %s' %(m5(8), m5(2), m5(8) + m5(2))) 
# [3 % 5] + [2 % 5] = [0 % 5]
print('%s - %s = %s' %(m5(8), m5(4), m5(8) - m5(4)))  
# [3 % 5] - [4 % 5] = [4 % 5]