Unificeren volgende termen in SWI Prolog? Zo ja, geef de meest algemene unifier.
brood
en brood
'Bread'
en brood
'brood'
en brood
Brood
en brood
brood
en bicky
eten(brood)
en brood
eten(brood)
en X
eten(X)
en eten(brood)
eten(brood,X)
en eten(Y,bicky)
eten(brood,X,gerstenat)
en eten(Y,bicky,X)
eten(brood,X,gerstenat)
en eten(Y,pizza)
eten(X)
en X
maaltijd(eten(brood),drinken(gerstenat))
en maaltijd(X,Y)
maaltijd(eten(brood),X)
en maaltijd(X,drinken(gerstenat))
Je kunt je oplossingen nakijken door ze in te geven in swipl
met een =
teken er tussen.
Staat er false
, dan unificeren de termen niet. Staat er true
dan is unificeren
ze wel maar is de meest algemene unifier leeg \(\emptyset\).