Schrijf een programma dat zowel de omtrek als de oppervlakte van een cirkel berekent. Voor de waarde van pi maak je gebruik van math.pi, een ingebouwde variabele die de constante waarde van pi bevat. Om dit te doen, voeg je bovenaan je programma de regel import math toe.

input:

output:

voorbeeld:
input:
2
output:
Een cirkel met straal 2.0mm heeft een omtrek van 12.566370614359172mm en oppervlakte van 12.566370614359172mm^2