Schrijf de tafel van vermenigvuldiging uit voor een gegeven getal.

Invoer

Een geheel getal \(n \in \mathbb{Z}\).

Uitvoer

De tafel van vermenigvuldiging van \(n\) vanaf 1 tot en met 10.

Voorbeeld

Invoer:

12

Uitvoer:

1 * 12 = 12
2 * 12 = 24
3 * 12 = 36
4 * 12 = 48
5 * 12 = 60
6 * 12 = 72
7 * 12 = 84
8 * 12 = 96
9 * 12 = 108
10 * 12 = 120

Opgave

Als je de vorige opgave met een for loop hebt gedaan, doe hem dan nogmaals met een while loop. Als je hem met een while loop hebt gedaan, doe hem dan nogmaals met een for loop. Als je hem gedaan hebt zonder loop, dan moet je je schamen.