Tweedegraadsvergelijking

Schrijf een programma dat tweedegraadsvergelijkingen oplost.

Het programma neemt vraagt 3 gehele getallen a, b en c als input. Vervolgens lost het de tweedegraadsvergelijking op:

Hierbij moet je de waarden van a, b, c en de oplossingen steeds invullen in jouw antwoordzin. Indien er twee oplossingen zijn moet de kleinste oplossing eerst gegeven worden.

Bekijk de voorbeelden hieronder voor extra duiding. Je daar opmerken dat jouw programma de vergelijkingen in deze versie van het programma nog lelijk zal uitschrijven (bvb 1x² + -2x + -1 = 0). Dit moet je nog niet kunnen oplossen.

Voorbeeld 1:

Input:

0
4
5

Output:

Dit is geen tweedegraadsvergelijking.

Voorbeeld 2:

Input:

1
1
6

Output:

De vergelijking 1x² + 1x + 6 = 0 heeft geen reële oplossingen.

Voorbeeld 3:

Input:

1
2
1

Output:

De oplossing van de vergelijking 1x² + 2x + 1 = 0 is -1.0

Voorbeeld 4:

Input:

320
-414
107

Output:

De oplossingen van de vergelijking 320x² + -414x + 107 = 0 zijn 0.3569228218309095 en 0.9368271781690904