Schrijf een programma dat de punten van een test in een klas bijhoudt (van 0 tot 10, tot 1 cijfer na de komma mogelijk). Als alle punten van een klas zijn ingegeven, typt de gebruiker ‘einde’. Als het getal onder 5 ligt dient er een waarschuwing weergegeven te worden: ‘Onvoldoende!’. Vanaf een getal 5 of meer dient er ‘Geslaagd!’ weergegeven te worden. Tot slot dient ook het klasgemiddelde weergegeven te worden tot op 2 cijfers na de komma. ‘Het klasgemiddelde is …’.
De punten van een leerling (getallen tussen 0 en 10, tot 1 cijfer na de komma mogelijk) op een nieuwe lijn. De klas is volledig ingelezen als je het woord ‘einde’ tegenkomt.
Er wordt gevraagd om bij elk getal een mededeling weer te geven, hetzij ‘Onvoldoende!’als het getal kleiner is dan 5, hetzij ‘Geslaagd!’ als het getal 5 of meer bedraagt. Het klasgemiddelde wordt ook meegedeeld tot op 2 cijfers na de komma als volgt: ‘Het klasgemiddelde is …’.
Input:
7
5.5
4.3
9
8
6
4
7
6.8
2.5
3.5
einde
Output:
Geslaagd!
Geslaagd!
Onvoldoende!
Geslaagd!
Geslaagd!
Geslaagd!
Onvoldoende!
Geslaagd!
Geslaagd!
Onvoldoende!
Onvoldoende!
Het klasgemiddelde is 5.78.