kaartspel 21

Kaartwaarden

Aas   naar keuze 1 of 11 punten
Heer/Koning 3 punten
Vrouw/Koningin 2 punten
Boer/Zot 1 punt
de kaarten 7 t/m 10 normale puntwaarde
de kaarten t/m 6 worden weggelaten.

Bij het kaartspel Eenentwintigen1 probeer je met toebedeelde en eventueel bijgevraagde kaarten aan een puntentotaal van 21 te komen of dit zo dicht mogelijk van onderen te benaderen. Bij overschrijding van 21 punten ben je sowieso verloren. De kaarten 2,3,4,5 en 6 worden niet gebruikt.

In deze opdracht programmeren we een speelbeurt van de bank, met volgende regels:

Tip: Onthoud het aantal azen dat nog meetelt voor 11 punten.

Opdracht

Schrijf een programma dat één spelbeurt uitwerkt. De getrokken kaarten worden telkens op een aparte regel ingegeven.
Bij inlezen van de hoge kaarten worden letters gebruikt: A (Aas), H (Heer/Koning), V (Vrouw/Koningin), B (Boer/zot). Voor de andere kaarten wordt het getal ingegeven dat de waarde voorstelt: (7, 8, 9, 10)
Het programma schrijft de score, behaald door de bank.
Je mag veronderstellen dat er voldoende kaarten beschikbaar zijn en dat er altijd een correcte input wordt gegeven.

Voorbeeld 1: bank kapot

Invoer:

V
H
9
9

Uitvoer:

23

Merk op: de bank behaalt 2 + 3 + 9 + 9 = 23 punten en is kapot.

Voorbeeld 2: bank stopt bij 17 of meer

Invoer:

A
V
7

Uitvoer:

20

Merk op: de bank behaalt de bank 11 + 2 + 7 = 20 punten.

Voorbeeld 3: bank stopt met 7 kaarten

Invoer:

V 
B
H
V
B
H
B

Uitvoer:

13

Merk op: de bank stopt na zeven kaarten met 2 + 1 + 3 + 2 + 1 + 3 + 1 = 13 punten.

Voorbeeld 4: aas krijgt waarde 1

Invoer:

A
V
H
7
8

Uitvoer:

21

Merk op: de bank heeft na de vierde kaart 11 + 2 + 3 + 7 = 23 punten en is kapot. Maar nu mag de bank de aas voor 1 laten tellen. Dan heeft de bank slechts 13 en kan nog een kaart bijnemen: de bank stopt na de vijfde kaart en behaalt 1 + 2 + 3 + 7 + 8 = 21 punten.