Lees de opgave om vertrouwd te geraken met het probleem.
Lees de opgave aandachtig opnieuw en detecteer deelproblemen. Let op structuurwoorden zoals: enkel, als, indien, zolang dat, … Je zal merken dat er belangrijke deelproblemen zijn, en delen die over details gaan.
Denk na over welke controlestructuren je zal nodig hebben (functie/methode, if/else, for, while). Maak eventueel een flowchart van hoe de code er ongeveer zal moeten uitzien. Focus op de hoofdproblemen, kijk enkel naar het gewone geval, niet naar de speciale gevallen (verkeerde input etc.).
Meestal weet je al op voorhand wat voor invoer en uitvoer er mogelijk is. Is de invoer via een functie/methode of via input()’s?
Maak de hoofding van een functie/methode (hoeveel parameters zijn er en van welk type? (gebruik bv. type hinting)). Moet geretourneerd worden (van welk type? (gebruik type hinting)) of geprint?
Voorzie het juiste aantal input()’s
Onderaan kan je al schrijven wat er zal komen van uitvoer/resultaat.
Start met het begin van een (belangrijk) deelprobleem. De details (zoals speciale gevallen) voeg je pas later toe, zorg eerst dat de basis goed zit.
Denk na welke stappen je zou doen als je met pen en papier één voorbeeld van dat probleem zou oplossen (doe dat desnoods ook).
Veralgemeen je stappen naar een algemeen stappenplan/recept (het model) om dat probleem op te lossen.
Vertaal dat stappenplan naar code door het deelprobleem te programmeren in Python. Schrijf in commentaar wat er in dat stuk code moet gebeuren. Kies veelzeggende/duidelijke namen voor variabelen.
Test je (deel)programma vaak en grondig, tot je er op kan vertrouwen dat het stuk code correct werkt. Gebruik de debugger in Dodona of PyCharm als het misgaat om te zien wat er achter de schermen gebeurt. PyCharm geeft meer ondersteuning tijdens het coderen dan Dodona.
Ga terug naar stap 5.