Een complete set speelkaarten bestaat uit 52 gewone kaarten die onderverdeeld worden in vier kleuren van elk 13 kaarten: 13 schoppen (), 13 harten (), 13 klaveren () en 13 ruiten (). Schoppen en klaveren zijn zwart en harten en ruiten zijn rood, maar het zijn niet deze fysieke kleuren maar de soorten die met de term kleur aangeduid worden. Van elke kleur zijn er telkens kaarten met een waarde van 2 tot en met 10, een boer, een vrouw, een heer en een aas. Daarnaast bevat een spel soms twee of drie jokers.

Bij heel wat kaartspelen en goocheltrucs spelen kaartmakkers een belangrijke rol. Twee kaarten zijn kaartmakkers als ze dezelfde waarde én dezelfde fysieke kleur hebben, zonder dat de twee kaarten zelf gelijk zijn. Zo zijn bijvoorbeeld schoppen vrouw en klaveren vrouw kaartmakkers van elkaar.

kaartmakkers
Schoppen vrouw is een kaartmakker van klaveren vrouw.

Beschouw bij wijze van voorbeeld de volgende merkwaardige kaarttruc van de Amerikaanse goochelaar Howard Adams. Neem willekeurig vijf gewone kaarten uit een set speelkaarten, samen met hun kaartmakkers. Rangschik de kaarten in de volgorde ABCDEabcde, waarbij ABCDE de vijf gekozen kaarten voorstellen en abcde hun kaartmakkers. Schud nu dit kaartspel zoveel door elkaar als je wil en leg daarna vijf kaarten op een stapel waarbij je hun volgorde omkeert. Plaats de resterende vijf kaarten op een tweede stapel naast de eerste.

Spel nu luidop de letters van de zin "LAST TWO CARDS MATCH". Terwijl je de letter L spelt, kies je willekeurig een stapel en verplaats je de bovenste kaart ervan naar de onderkant van de stapel. Doe hetzelfde voor de letters A, S en T. Verwijder nu de bovenste kaart van elke stapel en leg ze als een paar aan de kant. Herhaal dezelfde procedure tijdens het spellen van de woorden TWO, CARDS en MATCH. Als je daarmee klaar bent, blijven er nog twee kaarten op de tafel. Als je de kaarten omdraait dan zal je zien dat niet alleen de overblijvende kaarten makkers zijn, maar dat hetzelfde ook geldt voor elk paar dat je aan de kant gelegd hebt.

Invoer

Er zijn vier regels invoer. De eerste twee regels bevatten respectievelijk de kleur en de waarde van een eerste kaart. De laatste twee regels bevatten respectievelijk de kleur en de waarde van een tweede kaart. Hierbij bevatten kleuren en waarden enkel kleine letters en cijfers.

Uitvoer

Een regel die aangeeft of de twee gegeven kaarten makkers zijn. Bekijk onderstaande voorbeelden om te zien hoe de uitvoer precies moet opgemaakt worden.

Voorbeeld

Invoer:

schoppen
aas
klaveren
aas

Uitvoer:

schoppen aas en klaveren aas zijn makkers

Voorbeeld

Invoer:

harten
7
ruiten
vrouw

Uitvoer:

harten 7 en ruiten vrouw zijn geen makkers

Voorbeeld

Invoer:

ruiten
boer
schoppen
boer

Uitvoer:

ruiten boer en schoppen boer zijn geen makkers