De stelling van Pythagoras geeft een verband tussen de lengten van de zijden van een rechthoekige driehoek. In woorden luidt de stelling:

In een rechthoekige driehoek is de som van de kwadraten van de lengtes van de rechthoekszijden gelijk aan het kwadraat van de lengte van de schuine zijde.

Noemt men de lengten van rechthoekszijden (de zijden die aan de hoek van 90° liggen) \(a\) en \(b\), en de lengte van de schuine zijde \(c\), dan is de bekende wiskundige vorm van de stelling:

\[a^2 + b^2 = c^2\]

Invoer

De lengte van de twee rechthoekszijden van een rechthoekige driehoek, elk op een afzonderlijke regel.

Uitvoer

Een zin van de vorm

Lengte van de schuine zijde: ???

die de lengte van de schuine zijde aangeeft. De lengte van de schuine zijde moet uitgeschreven worden met drie cijfers na de komma (met afronding).

Voorbeeld

Invoer:

3.0
4.0

Uitvoer:

Lengte van de schuine zijde: 5.000