Charlotte en Emile zijn creatief met vormen. Ze willen een vierkant en een cirkel maken die eenzelfde oppervlakte hebben.
- Eerst kiezen ze de zijde van het vierkant.
- Daarna willen ze weten welke straal de cirkel moet hebben zodat de oppervlakte van het vierkant en de cirkel exact gelijk zijn.
Opgave
Schrijf een programma dat:
- de zijde van het vierkant inleest (in cm);
- de oppervlakte van het vierkant berekent;
- de straal van een cirkel berekent met dezelfde oppervlakte;
- de oppervlakte afdrukt afgerond op 2 decimalen;
- de straal afdrukt afgerond op 1 decimaal.
Voorbeelden
Voor invoer:
6.2
Verschijnt er:
De oppervlakte van zowel de cirkel als die van het vierkant zijn 38.44 cm².
De straal van de cirkel is 3.5 cm.