Charlotte en Emile zijn creatief met vormen. Ze willen een vierkant en een cirkel maken die eenzelfde oppervlakte hebben.

Opgave

Schrijf een programma dat:

Voorbeelden

Voor invoer:

6.2

Verschijnt er:

De oppervlakte van zowel de cirkel als die van het vierkant zijn 38.44 cm².
De straal van de cirkel is 3.5 cm.