Opdracht

Lees een bedrag in (als een geheel getal) en bepaal met behulp van de computer het maximale aantal briefjes van 20 en het aantal muntstukken van 1 euro zodat deze samen het bedrag vormen.

Invoer

Het bedrag als geheel getal.

Uitvoer

Het aantal biljetten van 20 euro en het aantal muntstukken van 1 euro.

Voorbeeld

Invoer

77

Uitvoer

Aantal biljetten van 20 euro: 3
Aantal muntstukken van 1 euro: 17

Invoer

40

Uitvoer

Aantal biljetten van 20 euro: 2
Aantal muntstukken van 1 euro: 0