We geven elke letter een waarde volgens het alfabet. Dus
\[a \rightarrow 1\] \[b \rightarrow 2\]…
Het doel van deze oefening is om de totale ‘score’ van een gegeven woord te bepalen als je de waarde van alle letters optelt.
Start van onderstaande code (copy-pasten in het invoerveld):
# Returnt de waarde van de ingevoerde letter
def letterwaarde(letter):
return ord(letter.lower()) - ord('a') + 1
# VERVANG DIT DOOR JOUW CODE
Je krijgt hierboven een functie die de waarde van een ingevoerde letter returnt. letterwaarde(b)
zal dus bvb evalueren naar 2.
Waar # VERVANG DIT DOOR JOUW CODE
staat moet jij een nieuwe functie schrijven, genaamd waarde(woord)
. Deze functie berekent de waarde van een ingevoerd woord en returnt deze. Je mag de functie letterwaarde(letter)
natuurlijk gebruiken.
waarde('appel')
50