In deze oefening berekenen we het eindcijfer voor het vak programmeren op basis van drie deelscores: de punten voor het oefeningenexamen (cijfer op 10), de punten voor het mondelinge examen theorie (cijfer op 10) en de bonuspunten (0, 1 of 2).
Berekening
De bereking gaan als volgt:
- Het oefeningenexamen staat op 50% van de punten.
- Het mondelinge examen theorie staat op 50% van de punten.
- Het eindcijfer is een geheel getal op 20.
- 0, 1 of 2 bonuspunten worden toegevoegd aan het eindcijfer met als randvoorwaarde dat je via bonuspunten niet boven de 18/20 kan uitkomen.
Invoer
De invoer bestaat uit drie gehele getallen, elk op een lijn. Je mag ervan uitgaan dat de input correct is.
- Punten voor het oefeningexamen: een geheel getal tussen 0 en 10
- Punten voor het mondelinge examen theorie: een geheel getal tussen 0 en 10
- Bonuspunten: het getal 0, 1 of 2
Uitvoer
De uitvoer is een geheel getal tussen 0 en 20.
Voorbeeld 1
Invoer:
8
7
0
Uitvoer:
15
Voorbeeld 2
Invoer:
9
9
2
Uitvoer:
18
Voorbeeld 3
Invoer:
9
8
2
Uitvoer:
18