We hernemen de oefening van de BMI maar we noteren er nu ook de waarde bij:



De gebruiker vult opnieuw zijn/haar lengte in cm en gewicht in kg in. Dit kunnen kommagetallen zijn.
Het programma berekent de BMI tot 1 cijfer na de komma en zal ook zeggen wat de bijhorende waarde is:

De formule

gewicht in kg / (lengte in m)²

Invoer

Een regel met gewicht in kg (kan een kommagetal zijn), daarna een regel met het de lengte van de persoon in cm

Uitvoer

Een regel die de BMI uitschrijft uitschrijft tot 1 cijfer na de komma

Een regel die de bijhorende waarde noteert


Een kleine tip: denk even als een computer bij deze opdracht... "Als de waarde lager is dan 18, print je x uit". Zo niet (dan is je waarde dus hoger dan 18), dan test je de volgende waarde. Je elif-statements kunnen dus vrij eenvoudig gehouden worden...

Voorbeeld

Invoer:

70
180

Uitvoer:

Je hebt een BMI van 21.6
Je hebt een normaal gewicht