Je maakt een programma dat de punten van een leerling inleest en het gemiddelde en hoogste punt berekent.
Het programma laat maar toe om maximaal 20 punten in te geven. Gaf de gebruiker een getal in dat groter is dan 20, dan toont het programma een waarschuwing en laat het maar toe om maximaal 20 punten in te geven.
Geef de het resultaat in van de 1 ste leerling op:
of Geef de het resultaat in van de X de leerling op:
hierbij is X het nummer van de leerling. Hierbij moet de suffix correct worden getoond (ste of de).Er kunnen maximaal 20 resultaten worden ingegeven.
Hoeveel leerlingen zitten er in de klas? (maximum 20)
[invoer]
Geef het resultaat in van de 1 ste leerling op:
[invoer]
Geef het resultaat in van de 2 de leerling op:
[invoer]
Geef het resultaat in van de 3 de leerling op:
[invoer]
//enz....
Het gemiddelde resultaat van de klas was [gemiddelde].
Het hoogst behaalde resultaat was dat van leerling [leerlingNummer]. Deze behaalde [resultaat]
Hoeveel leerlingen zitten er in de klas? (maximum 20)
[invoer]
Er kunnen maximaal 20 resultaten worden ingegeven.
Geef het resultaat in van de 1 ste leerling op:
[invoer]
Geef het resultaat in van de 2 de leerling op:
[invoer]
//enz...
Geef het resultaat in van de 20 ste de leerling op:
[invoer]
Het gemiddelde resultaat van de klas was [gemiddelde].
Het hoogst behaalde resultaat was dat van leerling [leerlingNummer]. Deze behaalde [resultaat]