Op 15 augustus 1977 ving de inmiddels ontmantelde Big Ear1 radiotelescoop van de Ohio State University een sterk smalbandig radiosignaal op dat afkomstig was uit het sterrenbeeld Boogschutter. Terwijl de antenne dat deel van de hemel aan het afspeuren was in het kader van een SETI2-project, steeg de intensiteit van het signaal plots, hield gedurende 72 seconden aan en viel daarna weer terug. Dit komt overeen met een signaal van niet-aardse en niet-zonnestelselachtige oorsprong, en was voorheen nog nooit in dergelijke mate geobserveerd.
Sterrenkundige Jerry R. Ehman — die op het moment van de detectie in het observatorium van wacht was — was zo verbaasd over de intensiteitsvariatie van het gelokaliseerd signaal dat hij onmiddellijk het signaal 6EQUJ5 afdrukte en er in de marge naast de tekst Wow! bijschreef. Deze commentaar gaf later ook de naam aan het signaal.
De lettercode 6EQUJ5 geeft de variatie in intensiteit van het signaal weer. Een spatie geeft een intensiteit aan tussen 0.0 en 0.999, de cijfers 1 tot en met 9 geven intensiteitsvariaties aan tussen 1.000 en 9.999. Boven de 10 wordt de intensiteit weergegeven door letters (A voor 10.0 tot 10.999, B voor 11.0 tot 11.999, enzoverder). De door Big Ear opgevangen U (met een intensiteit van tussen 30.0 en 30.999) was de hoogst gemeten intensiteit die ooit door een radiotelescoop was opgevangen. De intensiteit is in dit geval een dimensieloos getal, gebruikt om de verhouding tussen signaal en ruis weer te geven. De ruis was gemeten en uitgemiddeld over een aantal minuten zodat deze kon worden weggefilterd. Zowel de lengte van het signaal (72 seconden) als de gedurende de eerste helft van het signaal stijgende en daarna dalende intensiteit, komt overeen met het te verwachten patroon voor een signaal van buitenaardse oorsprong.
Bijna 40 jaar en meer dan 100 zoektochten later, is nog niemand er in geslaagd om het signaal opnieuw op te pikken. Zonder herhaalde observatie is het onmogelijk om uit te vissen wat Ehman's telescoop die nacht heeft waargenomen, en is het niet meer dan een frustrerende plons in een grote, stille zee.
De eerste regel van de invoer bevat een getal $$n \in \mathbb{N}_0$$. Daarna volgen $$n$$ regels met willekeurige tekst.
De uitvoer bestaat uit de $$n$$ regels uit de invoer, waarbij elk karakter dat geen deel uitmaakt van een Wow!-signaal vervangen worden door een punt (.). Om te bepalen welke karakters wel of niet deel uitmaken van een Wow!-signaal, werken we in twee stappen.
Eerst bepalen we per regel de reeksen van opeenvolgende letters en cijfers, waarbij elke reeks zo lang mogelijk is. In tegenstelling tot het oorspronkelijk signaal zoeken we dus horizontaal naar reeksen, niet verticaal.
Alle karakters die niet tot een dergelijke groep behoren (dus alle karakters die geen letter of cijfer zijn) maken per definitie geen deel uit van een Wow!-signaal. Een langste reeks van opeenvolgende letters en cijfers vormt enkel een Wow!-signaal als deze twee voorwaarden allebei voldaan zijn:
Invoer:
21
111 1 2 11
6EQUJ5 11 1
111 2 3111
61 2411 4344111
211 3613 1 1 1
1 1
1 1
1 3
22 11 1
1 1 1 1
1 1 1
1 1131 3 11
1
1 332 7 1 11 1
111 1 1
1 2 2
4 1 1 1 1 11 1
111 1 11114
1 1
3 1 1 1 1
Uitvoer:
.................
....6EQUJ5.......
.................
.................
.................
.................
.................
.................
.................
.................
.................
.................
.................
.................
.......7.........
.................
.................
.................
.................
.................
.................