Het was het wiskundige genie Leonard Euler1 die in 1734 het beroemde Bazel-probleem oplostte.
Dit probleem behandelde de oneindige som van inverse kwadraten, namelijk:
\[\sum_{n=1}^\infty \dfrac{1}{n^2} = \dfrac{1}{1^2} + \dfrac{1}{2^2} + \dfrac{1}{3^2} + \dfrac{1}{4^2} + \ldots = ?\]Men wist reeds dat dit convergeerde, maar het was Euler die bewees dat dit enigszins verassend convergeert naar \(\dfrac{\pi^2}{6}\)!
Maak een functie bazel(aantal)
waarbij aantal
het aantal termen in de som voorstelt. Zo geldt dat bazel(10)
overeenkomt met \(\displaystyle \sum_{n=1}^{10} \dfrac{1}{n^2}\).
Laat R het resultaat van de som afronden op 6 cijfers na de komma.
Je kan controleren of het resultaat inderdaad Eulers vondst benadert. Probeer bijvoorbeeld bazel(10000)
uit te rekenen en controleer of dit pi^2 / 6
benadert.
De eerste 10
termen van de som optellen resulteert in:
> bazel(10)
[1] 1.549768
De eerste 100
termen van de som optellen resulteert in:
> bazel(100)
[1] 1.634984
Tips
- Een vector met de natuurlijke getallen van
1
totaantal
kan je gemakkelijk aanmaken via1:aantal
.- Dit is geen oefening op het rekenkundig gemiddelde, maar je maakt natuurlijk wel gebruik van de
sum()
functie.