Elke oefening kan worden opgelost met de theorie/technieken die tot en met dit hoofdstuk zijn overlopen. Echter worden in de voorbeeldoplossingen soms meer geavanceerde technieken gebruikt die tot een meer elegante oplossingen leiden. Noteer bovendien dat er steeds verschillende oplossingen mogelijk zijn.
print(52+68)
print(52 * 4 / 3 * 3.14 * (0.2 **3))
x = input()
print(x)
n = int(input())
print(n**2)
m = int(input())
n = int(input())
print(m+n)
z = float(input())
print(z**3)
n = int(input())
f = int(input())
print(f*n-n)
g = int(input("hoeveelheid geld: "))
p = int(input("prijs: "))
print(g//p)
a = int(input())
b = int(input())
c = int(input())
print(a + b + c)
a = input()
b = input()
c = input()
print(f"{c} {b} {a}")
g = int(input("hoeveelheid geld: "))
p = int(input("prijs: "))
print(g%p)
import math
pph = float(input("prijs per uur: "))
uur = float(input("hoeveel uur: "))
print(pph * math.ceil(uur))
t = input()
print(t)
print(t, t)
import math
m = int(input()) # breedte
n = int(input()) # lengte
a = int(input()) # zijde van één tegel
aantal_tegels_voor_de_breedte = math.ceil(m / a)
aantal_tegels_voor_de_lengte = math.ceil(n / a)
totaal_aantal_tegels_nodig = aantal_tegels_voor_de_breedte * aantal_tegels_voor_de_lengte
print("Je hebt", totaal_aantal_tegels_nodig, "tegels van", a, "cm nodig om een vloer van", m, "x", n, "cm2 te betegelen.")
import math
h = 6.7 - 1.37
g = 9.81
t = math.sqrt(2 * h / g)
aantal_opdrachten = t / (10 ** (-6))
print(t)
print(math.floor(aantal_opdrachten))
a = int(input())
b = int(input())
c = int(input())
Z = (a + b - b*c) / (c - 1)
M = Z + a
print(f"De moeder is {int(M * 12)} maanden oud en haar zoon {int(Z * 12)} maanden.")
t_sol = int(input())
sol = 24*60*60 + 39*60 + 35.244
t_sec = t_sol * sol
dagen = int(t_sec / (24 * 60 * 60))
t_sec -= dagen * 24 * 60 * 60
uren = int(t_sec / (60 * 60))
t_sec -= uren * 60 * 60
minuten = int(t_sec / 60)
seconden = int(t_sec - (minuten * 60))
print(f"{t_sol} sol = {dagen} dagen, {uren} uren, {minuten} minuten en {seconden} seconden")
aantal_stuks = int(input ())
ppp = float(input()) # ppp = prijs per product
aantal_barcode_voor_coupon=int(input())
mijlen_per_coupon=int(input())
betaald = aantal_stuks * ppp
aantal_coupon = int(aantal_stuks / aantal_barcode_voor_coupon)
mijl = aantal_coupon * mijlen_per_coupon
print(f"Phillips spendeerde ${betaald} voor {mijl} frequent flyer mijlen.")
rekening_float = float(input("geef rekening: "))
bedrag_gekregen_float = float(input("hoeveel bedrag gegeven: "))
terug_te_krijgen_bedrag = round(bedrag_gekregen_float - rekening_float, 2)
#print(terug_te_krijgen_bedrag)
euro_500 = terug_te_krijgen_bedrag // 500
terug_te_krijgen_bedrag = terug_te_krijgen_bedrag % 500
#print(euro_500, "---", terug_te_krijgen_bedrag)
euro_200 = terug_te_krijgen_bedrag // 200
terug_te_krijgen_bedrag = terug_te_krijgen_bedrag % 200
#print(euro_200, "---", terug_te_krijgen_bedrag)
euro_100 = terug_te_krijgen_bedrag // 100
terug_te_krijgen_bedrag = terug_te_krijgen_bedrag % 100
#print(euro_100, "---", terug_te_krijgen_bedrag)
euro_50 = terug_te_krijgen_bedrag // 50
terug_te_krijgen_bedrag = terug_te_krijgen_bedrag % 50
#print(euro_50, "---", terug_te_krijgen_bedrag)
euro_20 = terug_te_krijgen_bedrag // 20
terug_te_krijgen_bedrag = terug_te_krijgen_bedrag % 20
#print(euro_20, "---", terug_te_krijgen_bedrag)
euro_10 = terug_te_krijgen_bedrag // 10
terug_te_krijgen_bedrag = terug_te_krijgen_bedrag % 10
#print(euro_10, "---", terug_te_krijgen_bedrag)
euro_5 = terug_te_krijgen_bedrag // 5
terug_te_krijgen_bedrag = terug_te_krijgen_bedrag % 5
#print(euro_5, "---", terug_te_krijgen_bedrag)
euro_2 = terug_te_krijgen_bedrag // 2
terug_te_krijgen_bedrag = terug_te_krijgen_bedrag % 2
#print(euro_2, "---", terug_te_krijgen_bedrag)
euro_1 = terug_te_krijgen_bedrag // 1
terug_te_krijgen_bedrag = terug_te_krijgen_bedrag % 1
#print(euro_1, "---", terug_te_krijgen_bedrag)
cent_50 = terug_te_krijgen_bedrag // 0.50
terug_te_krijgen_bedrag = terug_te_krijgen_bedrag % 0.50
#print(cent_50, "---", terug_te_krijgen_bedrag)
cent_20 = terug_te_krijgen_bedrag // 0.20
terug_te_krijgen_bedrag = terug_te_krijgen_bedrag % 0.20
#print(cent_20, "---", terug_te_krijgen_bedrag)
cent_10 = terug_te_krijgen_bedrag // 0.10
terug_te_krijgen_bedrag = round(terug_te_krijgen_bedrag % 0.10, 2)
#pprint(cent_10, "---", terug_te_krijgen_bedrag)
cent_5 = terug_te_krijgen_bedrag // 0.05
terug_te_krijgen_bedrag = round(terug_te_krijgen_bedrag % 0.05, 2)
#pprint(cent_5, "---", terug_te_krijgen_bedrag)
cent_2 = terug_te_krijgen_bedrag // 0.02
terug_te_krijgen_bedrag = round(terug_te_krijgen_bedrag % 0.02, 2)
#pprint(cent_2, "---", terug_te_krijgen_bedrag)
cent_1 = round(terug_te_krijgen_bedrag, 2) * 100
# print(cent_1, "---", terug_te_krijgen_bedrag)
print(int(euro_500))
print(int(euro_200))
print(int(euro_100))
print(int(euro_50))
print(int(euro_20))
print(int(euro_10))
print(int(euro_5))
print(int(euro_2))
print(int(euro_1))
print(int(cent_50))
print(int(cent_20))
print(int(cent_10))
print(int(cent_5))
print(int(cent_2))
print(int(cent_1))
n = int(input())
gewicht_echt = int(input())
gewogen_gewicht = int(input())
theoretisch_gewicht = (n*(n+1) / 2) * gewicht_echt
dif = abs(theoretisch_gewicht - gewogen_gewicht)
print(int(dif))
uur0 = int(input())
minuut0 = int(input())
uur1 = int(input())
minuut1 = int(input())
x = abs(uur1 - uur0)
y = abs(uur1 + 24 - uur0)
z = abs(uur0 + 24 - uur1)
a = min(x, y, z)
x = abs(minuut1 - minuut0)
y = abs(minuut1 + 60 - minuut0)
z = abs(minuut0 + 60 - minuut1)
b = min(x, y, z)
print(a + b)