In deze oefening wordt geteld hoeveel letters uit het alfabet voorkomen in een string.

Opdracht

Schrijf de functie tel_letters(zin) die voor alle letters van het alfabet telt hoeveel keer ze voorkomen in de string zin, die als enige parameter wordt meegegeven. Bovendien moet geteld worden hoeveel karakters de string zin bevat die niet in het alfabet voorkomen.
De functie geeft een dictionary terug, die voor elke letter die voorkomt bepaalt hoeveel keer ze voorkomen. Er wordt daarbij geen onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters). De letters staan in alfabetische volgorde.
Indien de zin ook tekens bevat die niet in het alfabet voorkomen, voeg je als laatste ook toe hoeveel andere karakters de tekst bevat.

Voorbeelden

>>> tel_letters("banaan")
{'a': 3, 'b': 1, 'n': 2} 
>>> tel_letters("Hallo! Hoe gaat het?")
{'a': 3, 'e': 2, 'g': 1, 'h': 3, 'l': 2, 'o': 2, 't': 2, 'ander': 5} 

Gebruik verplicht een dictionary, zodat je maar een beperkt aantal keer if nodig hebt.