In deze oefening worden lijsten gemaakt met twee dimensies.
Opgaven
- Met print kan je een lijst printen. Maar een matrix met een aantal rijen en kolommen wordt niet in matrix-vorm getoond.
Schrijf de procedure print_matrix(matrix) die de tweedimensionale matrix mooi uitprint als matrix.
Je mag veronderstellen dat de parameter matrix een twee-dimensionale matrix bevat, maar het aantal rijen en kolommen van de matrix is niet gekend. Zet een spatie tussen de kolommen. Er mag geen spatie staan voorbij de laatste kolom (voor Dodona).
- Schrijf de functie eenheidsmatrix(n) die de eenheidsmatrix aanmaakt met n rijen en n kolommen. De eenheidsmatrix wordt teruggegeven.
Bekijk vooraf volgende code:
lijstje = [2] * 10
lijstje[2] = [4] * 5
- Schrijf de functie sneeuwvlok(n) die een sneeuwvlok maakt met de opgegeven dimensie n. Indien n even is wordt een 'lege' matrix teruggegeven.
Voorbeelden
>>> print_matrix([[1, 2, 3], [3, 2, 1]])
1 2 3
3 2 1
>>> eenheidsmatrix(4)
[[1, 0, 0, 0], [0, 1, 0, 0], [0, 0, 1, 0], [0, 0, 0, 1]]
>>> sneeuwvlok(5)
[['*', '.', '*', '.', '*'], ['.', '*', '*', '*', '.'], ['*', '*', '*', '*', '*'], ['.', '*', '*', '*', '.'], ['*', '.', '*', '.', '*']]