Schrijf code die een hoeveelheid eurocenten classificeert als een combinatie van grotere geldstukken. Je programma gebruikt stukken van € 1, 50 cent, 20 cent, 10 cent, 5 cent, 2 cent en 1 cent.

Opgave

Je vraagt een bepaald bedrag in eurocenten aan de gebruiker. Vervolgens bepaal je hoeveel stukken van € 1 er in het gegeven bedrag passen. Dan hoeveel stukken van 50 cent er in het restbedrag zitten nadat de stukken van € 1 eruit genomen zijn, dan de stukken van 50 cent, dan de stukken van 20 cent, enz.

Het programma toont het bedrag uitgedrukt in het minimaal aantal muntstukken waarin je het bedrag kan wisselen.

Voorbeeld

Invoer:
55
Uitvoer:
55 cent kan je omwisselen in 2 muntstukken

Voorbeeld

Invoer:
199
Uitvoer:
199 cent kan je omwisselen in 7 muntstukken
Programmeursleerling
Naar oefening 4.3 uit De programmeursleerling, Pieter Spronck

Naar oefening 4.3 uit De programmeursleerling, Pieter Spronck.