input()
-functie. Sla deze informatie op in de variabele ‘naam’input()
-functie. Sla deze informatie op in de variabele ‘adres’Voer je naam in:
Voer je adres in:
Dag "naam"
Je adres is: "adres"
start met het aanmaken van een variabele voor naam
hierna kun je de variabele printen met de opdracht
Doe ook hetzelfde voor het adres!