Bij de analyse van DNA sequenties wordt in eerste instantie vaak gezocht naar kortere sequenties die herhaaldelijk voorkomen binnen een langere sequentie. Stel dat we de DNA sequentie ATAGGCCTTATGCCATTAC willen onderzoeken. We willen daarbij weten of een gegeven deelsequentie van maximaal 4 basen niet, eenmaal of minstens tweemaal voorkomt in de langere sequentie.

Invoer

Een regel met daarop een korte DNA sequentie van minstens één en maximaal vier basen lang.

Uitvoer

Een regel met daarop "niet", "eenmaal" of "minstens tweemaal", naargelang de frequentie van de korte sequentie uit de invoer binnen de langere DNA sequentie ATAGGCCTTATGCCATTAC.

Voorbeeld

Invoer:

TT

Uitvoer:

minstens tweemaal