Structuur van de cursus

De cursus staat volledig op Dodona, en bestaat uit een aantal modules, zijnde:

1. Ruimtemeetkunde
2. Recursie
3. Sorteeralgoritmen

Deze modules willen telkens een bepaald doel bereiken. Elke module wil een paar concrete doelstellingen bereiken, zoals het begrijpen van een bepaalde probleemoplossingsstrategie of het schrijven van een programma dat wiskunde-oefeningen oplost.

Het programmeren in Python is het hulpmiddel waarmee we deze doelstellingen bereiken, niet het doel zelf. We leren Python dus gaandeweg, en kiezen er bij elke module die kennis uit die we nodig hebben voor ons specifieke programmeerprobleem.

In elke module komen een aantal types leeractiviteiten aan bod. Hieronder bespreken we deze kort, met telkens ook tips van hoe je er het beste uit leert.    

Een overzicht van de module

Hier wordt uitgelegd wat je precies zal leren. Je krijgt een overzicht van de doelstelling(en) van de module, en de nodige voorkennis die aan bod zal komen.  

Python lesjes

De kennis en vaardigheden die je minimaal nodig hebt om de module te kunnen begrijpen komen hier aan bod. Deze zaken moet je dus kennen en in de vingers hebben. Dit vak is dus ook zeker géén volledige programmeercursus: over àlle onderwerpen is er véél meer informatie te vinden dan wat in deze cursus staat. Dit is een bewuste keuze: je doodslaan met theorie die we niet of nauwelijks toepassen zou zonde zijn.

Tips bij python lesjes:

1. Programmeer mee met de voorbeelden. Door enkel te lezen zul je niet veel bij leren.
2. Zoek op. Het internet staat vol programmeerlessen, voorbeelden, oefeningen,… Als iets extra voor jou nuttig is mag je het steeds opzoeken. Nieuwe kennis die je zo opdoet mag je ook gebruiken in oefeningen.
3. Geef toe aan nieuwsgierigheid. Als jij een vraag hebt die begint met “wat zou er gebeuren als…”, test het dan gerust uit!  

Oefeningen

Oefeningen dienen om de theorie in de les in te oefenen. Maak ze.

Het doel van een oefening is steeds om geziene theorie in te oefenen. De bedoeling is dat je ze zelfstandig kan maken. Hulpmiddelen inzetten is toegestaan tijdens oefeningen, zolang je op het einde van de rit in staat bent om de leerstof zélf toe te passen.

Tips bij oefeningen:

1. Schrijf oefeningen zelf, van 0. Als je kopieert zonder te begrijpen bereik je nooit het doel van de oefening.
2. Lees en begrijp de foutmeldingen die je krijgt als je de mist in gaat. Zoek foutmeldingen op via een zoekrobot als je ze niet begrijpt.
3. Gebruikt de debugger.  

De module: theorie en uitwerking

Na de nodige voorkennis komt de hoofdmoot van de module. Hier leer je redeneringen die volledig los staan van Python: je kan ze in élke programmeertaal oplossen. Als we bijvoorbeeld sorteeralgoritmen leren, dan leer je:

• Welke stappen je moet zetten om een lijst te sorteren.
• Waarom bepaalde stappenplannen veel efficiënter zijn dan andere.

Focus je eerst op het begrijpen van de concepten. Er wordt verwacht dat je deze zaken kan uitleggen en toepassen. Je mag zeker opzoeken of hulp vragen aan elkaar of aan de leerkracht voor de concrete uitwerking. Help elkaar via uitleg eerder dan door code door te geven.  

Oefeningen op punten

Deze zijn gelijkaardig aan de oefeningen, behalve dat je het zonder hulpmiddelen moet kunnen. Hier moet je bewijzen dat je zélf:

• De Python voorkennis hebt die nodig is om te kunnen mee zijn met de cursus.
• Een vraag over de theorie kan beantwoorden.

We werken via permanente evaluatie: elke les kan er een vraag over de voorgaande les komen. Hierbij wordt een deel van de leerlingen geëvalueerd. Leerlingen die bedrog plegen (bvb spieken, antwoorden doorgeven, hulpmiddelen gebruiken die niet toegestaan zijn) worden automatisch mee beoordeeld en krijgen een 0 op die toets.  

Huistaken

Huistaken worden aangeboden. Dit zijn extra oefeningen die je thuis mag maken. Dit wordt aangeraden om:

• De leerstof bij te houden.
• Leerstof extra te verwerken waar nodig.
• Jezelf bij te spijkeren als je iets vergeten bent.

De huistaken tellen niet mee in de beoordeling.