De wet van Coulomb, genoemd naar de Franse natuurkundige Charles-Augustin de Coulomb, beschrijft de kracht die twee elektrische puntladingen op elkaar uitoefenen. Deze kracht is recht evenredig met elk van de ladingen en omgekeerd evenredig met het kwadraat van de onderlinge afstand van de ladingen. Als de ladingen beide positief of beide negatief zijn, oefenen zij een afstotende kracht op elkaar uit, en wordt de kracht als positief gerekend. Zijn de ladingen tegengesteld van teken, dan is de kracht een aantrekking, en wordt zij negatief gerekend.
In deze oefening gaan we uit van twee positieve puntladingen $$Q_1$$ en $$Q_2$$. De wet van Coulomb wordt dan gegeven door: \[F_C = k.\frac{Q_1.Q_2}{r^2}\]
In het vacuüm is de constante $$k$$ gelijk aan $$k_0$$: \[k_0 = 8.99 . 10^9 \frac{\mbox{N}.\mbox{m}^2}{\mbox{C}^2}\]
Gegeven zijn twee puntladingen $$Q_1 = 2.0 \mu C$$ en $$Q_2 = 1.0 \mu C$$. De twee puntladingen worden in het vacuüm opgesteld op een afstand $$r$$, uitgedrukt in cm, die je aan de gebruiker vraagt. Het programma schrijft de coulombkracht $$F_C$$ uit.
3.810210093889077
12.384881084179142
7.996864888080065
2.8115782213051665
Quark 5.2, 2016 Grootte van de Coulombkracht (p. 25) De Boeck